Kamer familie
Van Boetzelaer
Van Boetzelaer is een oudadellijk
geslacht dat oorspronkelijk afkomstig is uit Kleef (Duitsland). Door
vererving via de familie Van Leyenberg, kwam de Heerlijkheid met het huis in handen van de familie Van Boetzelaer.
In 1927 werd het goed geërfd door A.M.A.baron Van Boetzelaer van Wolferen en Loenen. Hij woonde in De Bilt en had zijn fruitbedrijf op het landgoed Loenen. De leiding van het bedrijf werd vanaf 1950 overgenomen door zijn zoon, die zowel aan het fruitbedrijf als aan het hele landgoed zijn hart had verpand. Sinds 1976 woonden de Van Boetzelaers op het landgoed. Koetshuis, orangerie en tuinprieel werden gerestaureerd. De fruitteelt werd in de loop van de tijd omgezet in akkerbouw.
Deze familie Van Boetzelaer hield het huis in haar bezit tot het begin van deze eeuw. In 2003 werd het huis Loenen verkocht aan Staatsbosbeheer.
Kamer Clara Fabricius
De geschreven geschiedenis begint pas in 1365, toen Johan van Bloemendaal, Loenen en Wolferen aan Otto van Bylandt verkocht. Vele jaren later kwam het landgoed in bezit van jonkheer Fabricius van Leyenburg.
Dankzij een financiële gift van zijn dochter is onder haar naam in 1873 de Nederlands Hervormde school opgericht. De school was gevestigd aan de Schoolstraat in Herveld. In 1971 werd het huidige gebouw betrokken en werd de school vernoemd naar de jonkvrouw. Niet lang na de oprichting droeg Clara Fabricius van Heukelum het beheer van de school over aan de Kerkenraad van de Nederlands Hervormde Kerk van Herveld.
Freule Clara Fabricius was een oudtante van de laatste heer van Loenen, Constant Godfried baron van Boetzelaer, die in 1998 overleed. Zijn familie verkocht het landgoed in 2004 aan Staatsbosbeheer.
Het ontwerpen en aanleggen van tuinen en parken in landschapsstijl was een belangrijk onderdeel van de activiteiten van dit gerenommeerde bedrijf. Zijn parken hebben vaak een ongedwongen landelijke en natuurrijke sfeer, die bijvoorbeeld duidelijk afwijkt van de parkontwerpen van zijn tijdgenoot J.D. Zocher jr., wiens parken zijn te herkennen aan sterker gestileerde vloeiende lijnvoering in de wandelpaden en in de oevers van grootschalige waterpartijen. Hendrik van Lunteren werkte veel in provincies Utrecht en Gelderland en heeft verschillende parken in de Betuwe gemaakt, waarvan de aanleg van Huis te Brakel nog bestaat.
Ook het feit dat de familie Fabricius-Hooft op Utrecht was georiënteerd is een aanwijzing voor zijn betrokkenheid; Van Lunteren werkt veel voor ‘Utrechtse families’.
Kamer familie Pieterson -Wegereef
Toen de huidige eigenaren Inge Wegereef en Bob Pieterson het landgoed in 2022 in handen kregen, zagen zij de potentie om deze historische locatie nieuw leven in te blazen. Met een achtergrond in ondernemerschap en een passie voor natuur en erfgoed, begonnen zij aan een ambitieus project om van Landgoed Loenen een bestemming te maken voor zowel zakelijke als particuliere bezoekers. Hun passie voor het behoud van erfgoed en oog voor detail zorgen ervoor dat het landgoed met respect voor het verleden wordt beheerd, terwijl het voldoet aan de eisen van de moderne tijd.
Het verhaal van Inge Wegereef en Bob Pieterson &
Landgoed Loenen blijft een inspirerend voorbeeld van hoe erfgoed en moderne
functies hand in hand kunnen gaan.
Kamer Von
Quadt van Wickradt
De geschreven
geschiedenis begint pas in 1365, toen Johan van Bloemendaal, Loenen en Wolferen aan Otto van Bylandt verkocht.
Alhoewel Kasteel Loenenbekend stond als het sterkste slot van de Betuwe, werd het in 1585 tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de Spanjaarden verwoest, Het kasteel lag binnen een grachtenstelsel en stond volgens een tekening van Nicolaas van Geelkercken (eerste helft 17de eeuw) op de plaats van de huidige dienstgebouwen.
Door vererving ging het
goed
over
op de familie van Gent (of Ghent, of Ghendt), die het tot 1756 in
bezit hield en toen verkocht aan Baron Von Quadt van
Wickradt.
In 1834 werden Loenen en Wolferen door Von Quadt van
Wickradt verkocht aan Jonkheer
J. C. W. Fabricius van Leyenburg, die ook eigenaar was van Kasteel Heukelum aan
de Linge.
De aanblik van het
landhuis werd met een uivormige kleine klokkentoren en een verdieping op de
vleugels uitgebreid.
De Matthias Soiron-kamer
Ook de architect Mathias Soiron (1748-1834), zoon van Matheius Soiron, zal in zijn jonge jaren nauw betrokken zijn geweest bij de bouw van schloss Wickrath. Gezien de langdurige en succesvolle samenwerking tussen de architecten/bouwmeesters en hun opdrachtgever is het goed denkbaar dat Mathias Soiron aan het einde van de 18e eeuw werd betrokken bij het bouwproject op Loenen. De mansardekappen van het nieuwe landhuis en het koetshuis vormen een opvallende overeenkomst met de architectuur van de imposante oostelijke en westelijke bijgebouwen van schloss Wickrath. De architectuur van een buitenhuis met mansardekap is een opvallende verschijning in Nederland (althans buiten Limburg).
Een voorbeeld hiervan is een ontwerp van Mathias voor “Elevatie van het huijs getekent van mejuffrouw Bruls”. Zoals Matheius voor vader Von Quadt werkte, heeft mogelijk Mathias voor zoon Von Quadt de bouwheer van Loenen gewerkt.
De Hendrik van Lunteren-kamer
Bij de aanleg van de parkaanleg in landschapsstijl op landgoed Loenen is waarschijnlijk de Utrechtse landschapsarchitect Hendrik van Lunteren (1780-1848) betrokken. Er zijn geen documenten, kaarten, literatuur of contemporaine afbeeldingen bewaard gebleven die zijn betrokkenheid bewijzen maar specifieke onderdelen in de aanleg verraden zijn ‘handschrift’ als ontwerper van deze parkaanleg. Hendrik van Lunteren werkte vanaf 1803 vanuit zijn kwekerij ’Flora’s Hof’ aan de voet van de Domtoren in de binnenstad van Utrecht. Zijn onderneming groeide in de loop der jaren uit tot een groot familiebedrijf genaamd ‘Kwekerij H. van Lunteren en zn’.
Door vererving ging het goed over op de familie van Gent (of Ghent, of Ghendt), die het tot 1756 in bezit hield en toen verkocht aan Baron Von Quadt van Wickradt.
In 1834 werden Loenen en Wolferen door Von Quadt van Wickradt verkocht aan Jonkheer J. C. W. Fabricius van Leyenburg, die ook eigenaar was van Kasteel Heukelum aan de Linge.
De aanblik van het landhuis werd met een uivormige kleine klokkentoren en een verdieping op de vleugels uitgebreid.
Van Kleef-kamer
Het kasteel en heerlijkheid Loinen vielen onder
de graaf van Kleef. Johan van Bloemendaal had zowel Loenen
als Wolferen in leen, en in 1365 kwamen ze in handen van Otto van
Bylandt. In 1410 kreeg zijn schoonzoon Barthold van Gent de
heerlijkheid Wolferen - die eveneens onder Kleef viel - in leen,
terwijl zijn echtgenote Margriet met Loenen werd beleend. In 1483 werd hun
kleinzoon Barthold met Wolferen en Loenen beleend.
Het oudste slot Loenen zou al in 1373 zijn verdwenen; over
dit kasteel is verder niets bekend. Het tweede middeleeuwse
kasteel - dat werd beschouwd als het sterkste slot van de Betuwe - bestond
uit een omgrachte, vierkante toren met diverse woonvleugels. Dit kasteel is
later afgebeeld op diverse kaarten en prenten. In 1585 namen de troepen
van de hertog van Parma het kasteel in en vermoordden de
volledige bezetting. In 1644 raakte het kasteel ernstig beschadigd
door kruiend ijs dat na een dijkdoorbraak tot bij het kasteel was
gekomen. Onder andere de toren stortte hierbij in.